maandag 29 december 2008

Perslucht maakt windenergie stuk rendabeler

Amsterdam - Groene stroom wordt goedkoper als elektriciteit uit windmolens opgeslagen kan worden. Bijvoorbeeld in lege gasvelden.

Windenergie is de efficiëntste manier om groene stroom te produceren. Maar het zou nog beter kunnen als er een mogelijkheid was de opgewekte elektriciteit te bewaren. Dat lukt tot nu toe nog niet goed, waardoor de energie uit de wind niet geoogst kan worden als het ’s nachts hard waait.

Voor dit probleem zijn al diverse oplossingen bedacht, zoals in Nederland een nieuw plan-Lievense: een valmeercentrale in het IJsselmeer, die, als er een overschot is aan windenergie, het meer leegpompt. Bij een stroomtekort kan het meer weer volstromen, waardoor met het vallende water energie kan worden opgewekt.
Andere ideeën zijn de opslag van energie in de accu’s van elektrische auto’s die in de toekomst massaal aan het stroomnet zullen hangen. Ook zou windstroom omgezet kunnen worden in waterstof, maar bij dat proces gaat voorlopig nog erg veel energie verloren. Het Lievense-plan en de elektrische auto bestaan voornamelijk op de tekentafel.

Maar er is nog een mogelijkheid: gebruik overtollige windstroom om lucht samen te persen, om die vervolgens op te slaan in voormalige mijnen of lege gasvelden. De energie die vrijkomt als de lucht ontsnapt, kan worden gebruikt om stroom op te wekken. Compressed air energy storage (CAES), wordt de techniek genoemd. De voordelen zijn groot, schrijft de Toronto Star. Windenergie wordt er veel rendabeler door, onder meer doordat met deze methode elke zucht kan worden omgezet in elektriciteit. Maar ook doordat windenergie nu verkocht kan worden op momenten dat de vraag groot is, en dus de prijs hoger.

De situatie in Ontario lijkt op de Nederlandse: de afgelopen anderhalve eeuw zijn daar ruim 50 duizend gasputten geslagen, die nu grotendeels leeg zijn. Ook Nederland kent veel kleine gasvelden, die gebruikt kunnen worden voor CAES. Nieuw is de techniek niet: ze wordt al sinds de 19de eeuw toegepast. In onder meer Huntorf (Duitsland) en het Amerikaanse McIntosh staan al elektriciteitscentrales die werken volgens dit principe. Alleen worden deze centrales ‘gevoed’ met overtollige elektriciteit uit reguliere centrales. Iowa krijgt in 2011 zijn eerste groene persluchtcentrale.

CAES zou vanwege de behoefte aan lege gasvelden een concurrent kunnen worden van carbon capture and storage (CCS), waarbij CO2 van bijvoorbeeld kolencentrales wordt opgeslagen in lege reservoirs. Het wordt nog dringen onder de grond.
bron: volkskrant

Slibproces levert veel energie op

De activiteiten van slibverwerker GMB op het Zutphense bedrijventerrein De Mars leveren een hoop groene energie op. GMB verwerkt slib uit rioolzuiveringsinstallaties in heel Gelderland, de helft van Overijssel en een deel van Drenthe.
Een gebied waar 2,7 miljoen mensen wonen. Zij produceren - aldus een bekendmaking van GMB - jaarlijks 150.000 ton slib dat in vrachtwagens vanuit de zuiveringsinstallaties naar Zutphen wordt vervoerd.

Dit slib wordt vervolgens in de GMB-loodsen met hulp van houtsnippers gecomposteerd. Van de 150.000 ton blijft er na compostering minder dan 40.000 ton biobrandstof over. Verbranding in energiecentrales levert zoveel groene stroom op dat het in de vraag van 20.000 Zutphenaren zou kunnen voorzien.

Verder werkt GMB in Zutphen aan een plan voor de bouw van een vergistingsinstallatie. In zo'n installatie kan slib uit onder meer productieprocessen van bedrijven worden verwerkt. Dit is vaak niet geschikt om het te composteren.

Vergisten houdt in dat het slibafval in een gesloten tank zonder zuurstof wordt gestopt. Daarbij ontstaat methaangas, terwijl het slib vergaat. Het methaangas is prima brandstof voor een gasmotor waarmee groene energie wordt opgewekt. GMB schat in dat dit voldoende is om duizend huishoudens (2300 personen) van stroom te voorzien. GMB kan daarmee ook in zijn eigen energiebehoefte en die van de aanpalende rioolwaterzuivering voorzien. Ook de vrijkomende warmte wordt benut.

De Zutphense slibcomposteerder veroorzaakt praktisch geen 'geuroverlast' meer. Dat baseren het bedrijf op de enorme terugloop van het aantal klachten. Vorig jaar waren er maar 22 klachten van omwonenden. Het belangrijkst is het gesloten systeem. Dit voorkomt dat vervuilde lucht zich ongezuiverd in de omgeving kan verspreiden.

Ten behoeve van de reiniging wordt de gebruikte lucht 'gewassen' met zwavelzuur. Deze haalt de ammoniak uit de lucht. Uiteindelijk blijft vloeibare ammoniak over. Het aantal 'geureenheden' is dan teruggebracht van 500.000 tot 0,3. Te gering om te ruiken. Vervolgens verdwijnt die lucht uit de 85 meter hoge schoorsteen. De ammoniak kan weer als kunstmest worden hergebruikt.

Bron: destentor.nl

vrijdag 26 december 2008

Voorspellingen weggevaagd

22 juni jl lazen we in alle gerenommeerde financiële bladen met kwaliteit-analytische en hoge economen en professoren zogenaamde energiekenners nog de onderstaande stelling:
Brandstof prijzen blijven stijgen. Zie ook de blog hieronder.

Wat de zogenaamde kenners over het hoofd zagen was dat de wereld op een andere manier bang gemaakt zou worden. De overheidsmarketing en volgers gingen zich namelijk plotseling richten op de financiële crisis. De heren voorspellers moesten hun mening dan ook snel bijstellen en als oorzaak of reden van de daling van de olieprijzen wordt de financiële crisis in de wereld gegeven.
En dat ook wel kloppen. Tenminste als het om de marketing om beide onderwerpen gaat.

Deze zogenaamde crisis veroorzaakt namelijk een recessie en de voorpagina's van de dagbladen worden inmiddels bepaald door faillissementen, miljardenovernames en andere overheidsingrepen. De vraag naar olie, en nog belangrijker de aandacht voor olie, werd wereldwijd naar de achterste pagina's verdrongen en kwam niet meer in journaals en andere rubrieken naar voren.

Weg aandacht, weg markt. Want heel simpel; de koopjesjagers en investeerders waren totaal niet meer geintresserd in olie. En als die interesse en de daarbij behorende media aandacht wegvalt; dan daalt het product in waarde en wordt het van waardevol plotseling waardeloos.
En dat gebeurde dus deze zomer.

De focus werd gelegd op iets totaal anders en de vraag naar olie werd niet meer als hot item gebruikt. De heren waarzeggers en beleggers gingen als een blad om naar de financiele crisis. De financiele crisis is momenteel namelijk een markt waar vele malen meer in verdiend kan worden dan in fosiele brandstof. Weg aandacht en weg hoge olieprijzen. Olietankers varen met volle ruimen over de wereld van hot naar her en kunnen de producten niet meer verkopen. De oliesheiks zitten met de handen in het haar, verlagen dagelijks de productie en proberen de aandacht op zich te vestigen door telkens met nieuwe maatregelen te komen. Maatregelen die ertoe moeten leiden dat de aandacht weer op de olie wordt gelegd en de prijzen weer tot recordhoogte kunnen worden opgevoerd. De prijs van ruwe olie is namelijk door het gebrek van aandacht binnen 6 maanden met meer dan $ 100 per vat gedaald. Daarbij komt ook nog dat de aandacht voor de zogenaamde financiele crisis de aandacht voor opwekken en aankopen van energie totaal verlegd is naar een nieuwe vorm van energievoorziening. Olie is uit. Elektrisch rijden en verwarmend is in. Elektrisch zonder enige gebruikmaking van olie.